Het boek is ontstaan rond een tentoonstelling over het stadsleven in Kinshasa. Uit een recensie over die tentoonstelling: De Belgische inzending 'Kinshasa Imaginary City' van architect Koen Van Synghel heeft de Gouden Leeuw gekregen op de achitectuurbiënnale van Venetië. De jury loofde het project als een 'provocerende manier om aan te tonen hoe traditionele strategieën niet altijd het beste antwoord bieden op de uitdagingen van onze tijd'. De ereleeuw voor het gehele oeuvre was weggelegd voor de 72-jarige Amerikaanse architect Peter Eisenman. De Biennale, onder leiding van de Zwitser Kurt W. Forster en onder het motto 'Metamorf', opende gisteren de deuren.  Met 'Kinshasa Imaginary City' stuurde ons land een eigenzinnige keuze naar Venetië. België komt er niet in aan bod, en architectuur evenmin. De keuze voor Kinshasa werd mee bepaald door de historische band met België. 'Van dynamiek is Kinshasa ook veel moderner dan onze Vlaamse steden. Het is echt een wereldstad, met zeven miljoen inwoners', meent Van Synghel. De makers, naast Van Synghel ook antropoloog Filip De Boeck, willen het debat over stedelijkheid opentrekken door over de muurtjes van de Vlaamse architectuur te kijken. Koen Van Synghel meent dat in de Vlaamse hedendaagse architectuur een soort zelfgenoegzaamheid aan het groeien is en dat er te weinig over de grenzen heen wordt gekeken. Kinderen. Lichamelijkheid is een belangrijk thema op de tentoonstelling. Dat komt tot uiting in een triptiek van drie video's. De twee buitenste tonen een meisje dat oefent in een dansclub en een jongen die traint in een boksclub. De tentoonstelling toont ook een hele reeks portretten van 'behekste' kinderen. Ze laat via interviews op video ook de Kinois zelf aan het woord. Een psychiater, twee schrijvers en een mensenrechtenactivist spreken er over hun beeld van de stad of over de plaats van dood en religie.