In naar nergens smaken gaat Erwin Mortier op zoek naar de bronnen van het scheppend schrijven. Voor het eerst geeft hij inzage in dit 'work in progress', waarbij hij de weg volgt van jeugdherinneringen, van de dialoog met andere schrijvers en van zijn verbeelding met krachtige metaforen van onder andere rijp op winterruiten, mosselbanken bij laagtij en de leegte die Michelangelo schilderde tussen twee vingers. Uitgaande van het winterbeeld en van de rijp op de ramen maakte Hugo Puttaert een boekontwerp waarbij een glazen kaft en kalkpapier de sfeer oproepen van de uitgangsbeelden van de schrijver.
Als lezers volgen wij hem ademloos van verrukking in zijn ontdekking dat Het Boek dood is en er niets rest dan verlangen, het verlangen om nooit het laatste woord te schrijven.
Glazen kaft - tekst in spiegelschrift op de achterzijde van kalkpapier.
Het concept illustreert de beeldrijke uitgangspunten van de tekst.